Kunstenaars
kunstenaars
Het kunstproject Kijken naar Haarlem Oost brengt op een bijzondere manier Haarlem Oost in kaart. De deelnemende kunstenaars observeren, zoeken contact met bewoners en andere betrokkenen bij het gebied.
Invalshoek
Door nieuwe invalshoeken te kiezen wordt het KRT 17verborgene, onbekende, persoonlijke en buitengewone zichtbaar gemaakt. Het is een zoektocht naar KRT 11mythen, verhalen, feiten, verborgen bijzonderheden, KRT 10klanken en beelden.
Resultaat
Het project bestaat uit diverse kunstopdrachten, studies, een website, een debat, een tentoonstelling en een publicatie in de vorm van een atlas. Verhalen van de bewoners en observaties en worden door de kunstenaars vertaald naar kaarten van het gebied, kunstwerken en onderzoeken.
En als sluitstuk van het project worden de uitkomsten van het project in de Atlas van Haarlem Oost worden opgenomen.
Adriaan Geuze, West 8
Adriaan Geuze, West 8
Over het project van Adriaan Geuze >
ir. Adriaan Geuze, directeur bureau West 8, heeft onder andere zijn sporen verdiend in de stedenbouw. Het Borneo/Sporenburg stedenbouwkundig plan in Amsterdam, het Noordelijke Waterfront van Kopenhagen, het plan voor Stratford Londen met Olympic Village en het ontwerp van Park Strijp-S te Eindhoven zijn daar voorbeelden van.
Naast directeur van zijn bureau was dhr. Geuze bestuurslid van het Nederlands Architectuur Instituut (NAi), curator van de 2e Internationale Architectuur Biënnale en is hij visiting professor aan de Harvard University in Boston, waar hij al sinds 1995 doceert. Bovendien heeft hij verschillende onderscheidingen en prijzen in de wacht gesleept, zoals de Prix de Rome, Sikkens Award, Maaskantprijs voor jonge architecten, Jubilee Gardens London en de Parque Lineal de Manzanares, Madrid, Spanje. Ook geeft dhr. Geuze lezingen over de hele wereld.
Links
Opdracht 1
De verbinding tussen stedelijk en landelijk gebied
Adriaan Geuze
Het panorama op Haarlem
Adriaan Geuze heeft het idee om over het Spaarne een brug te maken ter hoogte van Figee. Het wordt een loopbrug die hoger is dan je redelijkerwijs zou verwachten. Het bouwwerk lijkt op het eerste gezicht het meest op een brug maar het is eigenlijk eerder een (water)poort, die zo'n 15 meter uit het water zal verrijzen en een kader vormt voor de Bavo en een deel van de koepelgevangenis; twee beeldbepalende elementen van de stad. De 'brug' omlijst een nieuw zicht op Haarlem, als reflectie op het panorama dat Jacob van Ruisdael van de stad schilderde in de 17e eeuw. Er is natuurlijk maar één 'Gezicht op Haarlem' maar van het schilderij van Ruisdael bestaan niettemin vier versies. Daar kan er volgens Geuze best nog eentje bij.
De brug is uitgekaderd op zichtlijnen, zoals de markante as van het Spaarne naar het IJ en de Rozenhagenstraat. De brug zal uitzicht bieden tot de binnenduinrand enerzijds en Spaarnwoude in het oosten, anderzijds. Het wordt een avontuur het gevaarte te beklimmen. Je moet het bouwwerk als het ware veroveren. De brug is beoogd als de nieuwe hangout voor de jeugd. Het gebied eromheen zal door de aanwezigheid van de brug een impuls krijgen. Zo kan de directe omgeving meer cultureel programma krijgen.
"Het wordt een onhandige brug met een beoogde handicap", aldus Geuze. De plaatsen waar de brug aan de wal bevestigd is, zijn zo smal mogelijk gehouden. De tuidraden worden diagonaal gespannen. De brug hangt over het water als de toren van Pisa, zodat de indruk wordt gewekt dat hij niet deugt. Ook door zijn buitenproportionele schaal zal de brug bevreemdend werken. De trap en alle andere onderdelen worden echter zo geconstrueerd dat het allemaal wel binnen de regels en voorschriften past.
Krijn Giezen
Krijn Giezen
Over het project van Krijn Giezen >
Geboren in Noordwijk aan Zee. Woont en werkt aan de kust in Normandië, Frankrijk.
Links
Opdracht 2
Krijn Giezen
Looppad en Looprad.
Giezen maakte een maquette waarop een deel van Haarlem Oost onder water staat, de zeespiegelstijging indachtig. Hoe zal Haarlem Oost in 2050 fysiek te beleven zijn? Hoe ziet het waterrijke Haarlem van 2150? Hoe is het gebied dan leefbaar en begaanbaar?
Om langs de randen van Haarlem Oost te kunnen gaan stelt Krijn Giezen voor een looppad te maken.
Een horizontaal-liggend looppad bestaand uit opblaasbare transportrollen. Dat ook te gebruiken is als voetveer. De transportrollen kunnen ook een drijvend draagvlak zijn voor auto of caravan en overleven mogelijk maken bij calamiteiten. En een dynamisch looprad, een rond rad dat zowel op het land als op het water kan worden voortbewogen. Een fysieke manier om het water beleven.
Met Giezen's transportrollen betreedt je dit gebied. Met deze objecten kan men Haarlem langs zijn oostelijke oever, langs de Mooie Nel, de Binnen- en de Buiten-liede verkennen en de vergezichten ondergaan.Ton Matton, Matton-office
Ton Matton
Over het project van Ton Matton >
In zijn werk beweeg Matton zich tussen object-design, maatschappijvormgeving, ecologisch stadsontwerp en kunstenaars-activisme. In de negentiger jaren behoorde hij met zijn buro Schie 2.0 tot de architectuurstroming die werkte aan een: ‘... amnestie voor de gebouwde realiteit, en die experimenteel aan de problematiek van ruimtelijke ordening werkte. Het sterkst zijn die projecten waarin Matton door een andere kijk op een situatie, de waarneming zo drastisch verandert dat men de facto van een ontwerp spreken kan’. (Martin Luce, archplus 2006)
Links
Matton Office
designprijs Rotterdam 2007Opdracht 3
Ton Matton
Vinexvluchteling
Ton Matton is een Vinexvluchteling. Zes jaar geleden heeft hij zich diep in Duitsland teruggetrokken in een oude school.
Begin klein, bij je eigen erf. Dat doet Matton persoonlijk door groene stroom in te kopen voor zijn presentatie, bij Duitse windmolens. Dat kost hem slechts 1 eurocent. Maar het is een begin. Dat doet hij ook met zijn voorstel dat zich richt op de erven van alle bedrijven in de Waarderpolder. Zijn project appeleert aan ieders persoonlijke verantwoordelijkheid. Als je iets doet, hoe beperkt ook, geeft dat toch een goed gevoel, aldus Matton. Trendy pragmatism is dan ook zijn devies.Samen met de ecoloog Vincent Kuipers trok Matton de Waarderpolder in en kwam tot de conclusie dat deze als biotoop zo ongeveer alleen geschikt is voor de spreeuw. Als symbool daarvan maakte hij een nestkastje voor de spreeuw.
Als de bedrijven de verantwoordelijkheid nemen hun eigen erf ecologisch interessant aan te pakken, maakt dat -allemaal bij elkaar opgeteld- een enorm verschil. Zo kunnen zij waterzuiveringsinstallaties aanleggen met planten of hun fijnstof laten opvangen door speciaal daartoe geplante bomen. De Waarderpolder wordt daarmee een rijkere biotoop. Er is meer variatie, en dat ga je terugzien in de vogelpopulatie.
Zodra de polder meer water bevat, wordt die ook toegankelijk voor het winterkoninkje. Matton maakte alvast een nestkastje voor deze nieuwe bewoner.De klimaatverandering zal er uiteindelijk voor zorgen dat de groene halsbandparkiet, begonnen als ontsnapte gevangene, zich uitstekend zal redden in de stad, waar het warmer is dan in de ommelanden. Dan zullen zij gepaste vogelhuisjes krijgen in de Waarderpolder. Liefst in platanen, waar ze zich in thuis voelen.
De Waarderpolder wordt door deze schaalvergroting, van nestkast, tot plataan, tot fijnstofbos, niet alleen ruimtelijk maar ook ecologisch intereressanter en bewoonbaar voor veel meer soorten.In feite kan iedere bewoner en elk bedrijf van Haarlem Oost bijdragen aan de ecologie, door het plaatsen van de speciale nestkastjes voor zomergasten, wintergasten en dwaalgasten.
De nestkastjes van Matton zijn genomineerd voor de Designprijs Rotterdam 2007 en waren te zien in museum Boijmans van Beuningen.
Jan Konings, RAL2005
Jan Konings
Over het project van Jan Konings >
Jan Konings (1966) is ontwerper van publieke ruimte. Na zijn studie aan de Design Academy in Eindhoven werkte hij zeven jaar samen met Jurgen Bey en was hij vervolgens medeoprichter van Schie 2.0, een bureau dat werkte op het raakvlak van stedenbouw, architectuur, ecologie, landschap en design.
Op dit moment werkt hij aan een lichtplan voor de Rotterdamse wijk Katendrecht, onderzoekt hij de overeenkomsten en verschillen tussen Nederlandse stedenbouw en de vormgeving van attractiepark De Efteling en is hij bedenker en initiatiefnemer van Hotel Transvaal, een hotel dat verspreid is over de Haagse stadsvernieuwingswijk Transvaal. Hotel Transvaal gebruikt de tussenruimtes die ontstaan door de veranderingen in de wijk. In slooppanden, nog niet verkochte nieuwbouwwoningen, op braakliggende terreinen en bij bewoners thuis worden één-tot-vijf sterren kamers ingericht.
Links
Opdracht 4a
Jan Konings
Bezet
Jan Konings opereert op de snijvlakken van stedenbouw, ecologie en design. Zo realiseerde hij Hotel Transvaal in Den Haag. Een 1 tot 5 sterren hotel dat zich verspreidt over een hele buurt. Een buurt die zich in staat van herstructurering bevindt. Konings maakte voorheen met RAL 2005 en Schie 2.0 onder meer een autarkisch huis en tijdelijke verblijven. Diepgaand wrikt hij veelal vastgeroeste programma’s van eisen en concepten los zodat er nieuwe invalshoeken ontstaan die resulteren in verfrissende oplossingen. Waarom zou een hotel immers in één gebouw geconcentreerd moeten zijn?
Voor het Reinaldapark dat hij onder handen heeft in het kader van Kijken Naar Haarlem Oost ging hij te rade bij de volledig geconditioneerde Efteling, waarbij zelfs kaders voor mogelijke foto’s zijn aangegeven op bordjes. Geen voor de hand liggende vergelijking maar wel een die laat zien waar de mogelijke krachten liggen.
Deze private publieke ruimte lijkt in het gebruik succesvoller dan haar openbare tegenhanger. De Efteling is van onder tot boven en van voor tot achter ontworpen door één persoon, Anton Pieck, en alles staat in dienst van de verhalen die er verteld worden. Die verhalen zijn op hun beurt weer van velen omdat ze immers nagenoeg de hele westerse cultuur omvatten. Een andere les van de Efteling is dat de kleine attracties, de zogeheten infill-attractions, tussen de zaken waarvan je in eerste instantie denkt dat ze er het meest toe doen, eigenlijk het meest succesvol zijn. Holle Bolle Gijs is er zo een. Er is geen zwerfafval te zien op de Efteling omdat van het verwijderen ervan een attractie is gemaakt, waarbij de beloning in de actie besloten ligt. Je zet zelf iets in gang. De magie van de interactie tussen jou en Gijs blijkt te werken. Tussen het landschap en het publiek, het publiek en een object en tussen mensen onderling kan die magie plaatsvinden. Intussen. Tussen beiden. Daar is geen formule voor. Dat zit 'm juist vaak in het onverwachte, in de ontmoeting. Die intermediaire krachten moet je zijdelings tegemoet treden, als het ware nét weten te betrappen. Voor het Reinaldapark gaat Konings op zoek naar dit soort magische mise-en-scènes.Verder nam Konings de vrijmarkt op Koninginnedag onder de loep. Eén keer per jaar is het burgers toegestaan om ruimte te claimen. De avond voor de dag zijn overal met tape afgezette percelen zichtbaar met de tekst: Bezet. Deze kolonisatie van de ruimte door de gebruikers zelf, wil hij ook een permanente plaats geven in het Reinaldapark dat de komende tijd volledig gesaneerd wordt. De hele toplaag van deze voormalige vuilstortplaats zal verdwijnen en daarmee alle beplanting. Van het feitelijke park blijft na de sanering nauwelijk iets over; een enorme contradictie, want dat het park hier nog zo ongestoord lag, is ook een rechtstreeks gevolg van zijn voormalige functie.
Dat wat leeg is, krijgt in de stad direct weer allerlei nieuwe ruimteclaims over zich heen. Hoewel het programma van eisen al torenhoog is, wil Konings dat nog verder intensiveren en verrijken door ruimte te bieden aan de kolonisatie door de omwonenden. Een ander model dat hem hierbij voor ogen staat, is het volkstuincomplex, waarbij private ruimtes opgeteld worden tot één organisch geheel.
Irene Fortuyn
Irene Fortuyn
Over het project van Irene Fortuyn >
De verhouding tussen kunst en openbare ruimte vormt de kern van het werk van Fortuyn en dan vooral toegespitst op de polariteit natuur versus cultuur. Haar kunstopdrachten voor pleinen en parken beperken zich nooit tot zomaar een mooi beeld dat overal had kunnen staan, maar gaan altijd in dialoog met de plek zelf. Zo ontwierp zij reuzen-schommels voor het Wilhelminapark in Amsterdam en maakte ze bronzen afgietsels van verschillende bomen voor de tuin van het Molendael ziekenhuis in Baarn. Fortuyn/ O'Brien smokkelt de natuur de kunst binnen en omgekeerd. Haar sculpturen die altijd tot in de perfectie uitgevoerd zijn, zou je een ode kunnen noemen aan dat wat er al is. Met klassieke materialen als brons en steen is zij in staat om beelden te creëren die tegelijkertijd naar buiten verwijzen en volledig in zichzelf besloten zijn.
Links
Opdracht 4b
Irene Fortuyn
Natura artificiosa
Irene Fortuyn is uitgenodigd om na te denken over het nieuw te vormen Reinaldapark. Het uitgangspunt van Fortuyn is de plek zoals die nu is. Bij een bezoek aan het park waarbij alle zintuigen op scherp stonden, bleek dat met name het oog stuitte op viezigheid alom. Zonder dat daar direct de bron voor kon worden gevonden. Het water in het Reinaldapark kan moeilijk weg omdat de vuilnisbelt, die het park oorspronkelijke was, zich tot een hermetische laag heeft gevormd. Een bordje met het opschrift: ‘honden mogen hier niet graven’ zette de onderzoekers op het spoor. Hondenbezitters konden hun honden dan misschien nog in de gaten houden, de mollen hebben daar geen oren naar en het hele gebied was gepokt en gemazeld door molshopen. Bij een nadere beschouwing bleken al die molshopen stukjes vuilnisbelt van de vijftiger en zestiger jaren prijs te geven. Zoals fragmenten van Becelkuipjes die allang niet meer gemaakt worden en die Fortuyn herkende uit haar jeugd, de tijd dat de vuilnisbelt in gebruik was. Vuilnis kun je horen, zien en ruiken. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen aangewaaid vuil en vuil van jaren her.
De molshopen bleken miniatuur vuilnishopen, waar de geschiedenis letterlijk naar boven kwam kruipen. Fortuyn behandelde deze overblijfselen uit het verleden als schatten. Er werd een grid over het park gelegd en op diverse, op dat raster vooraf bepaalde, punten werden gedurende twee minuten vuilnisresten verzameld. Die werden vervolgens zorgvuldig gereinigd en, alsof het archeologische vondsten betrof, in kaart bracht en gecatalogiseerd tot de schoonheid en betekenis ervan zichtbaar werd. De resultaten werden als opgeprikte vlindercollecties gepresenteerd op de dag van het park, ter plekke, waar veel bewoners gefascineerd bleken door de schoonheid en de verhalende kracht van het verworpene. Het bracht haar tevens tot het besef dat dit verleden ook in het nieuwe park niet mag worden weggestopt. Dat het ook een kwaliteit kan worden. Voor deze trash treasures zou in een volgende fase van het project dan ook een prominente aanwezigheid kunnen worden ontwikkeld. Het is het idee de ontbrekende context in te vullen met edele materialen. Zoals Fortuyn ooit de versleten delen van veelgebruikt bestek opvulde met goud, waarin de tijd en al die maaltijden vervat werden.De door de afdekking van de vuilnislaag bijzondere biotoop die in het Reinaldapark is ontstaan, trekt de in moerassen welig tierende nachtegaal. Zo blijken vuilnisbelten onverwacht ook beschermers en aanstichters van de natuur.
Titia Bouwmeester
Titia Bouwmeester
In mijn werk als regisseur en beeldend kunstenaar verzamel ik verhalen en verzin ik bijzondere vormen om deze te delen met een breed publiek. Bij voorkeur werk ik op plekken die nieuw voor mij zijn, waar ik 'als nieuweling' kan kijken. Ik ben altijd op zoek naar het bijzondere in het gewone. Mijn verbazing en ontroering deel ik graag met anderen.
Ik werk graag op plekken waar een noodzaak is voor verbeelding. Een plek die leeft, waar dingen aan de hand zijn, een plek in verandering. In mijn werk betrek ik bij voorkeur de mensen van de plek bij het ontstaan van het kunstwerk.
In 2004 richtte Ted van Leeuwen en ik het 5ekwartier op. Wij hebben een studio in de Egelantier, aan de Gasthuisvest in Haarlem. Het 5ekwartier doet projecten door het hele land.
Voor meer informatie: www.5ekwartier.nl.
Opdracht 5
- Over Titia Bouwmeester
- Opdracht 5: 'Verbindingen tussen mensen en hun omgeving'
- Titia Bouwmeester micro-site (met interview)
De Verhalenkeuken
Joke Robaard
Joke Robaard
Over het project van Joke Robaard >
Joke Robaard (1953) is geïnteresseerd in alledaagse kleding en gedrag en de representatie daarvan in de fotografie. In haar foto’s, video’s en folders onderzoekt zij de verscheidene economische, culturele en sociale contexten en vraagt zich af hoe groepen en netwerken gevormd worden en verschuiven. Het werk van Joke Robaard bestaat voor een groot deel uit proefstukken. Het is voor haar een kwestie van proefondervindelijk onderzoeken, hoe mensen zich in sociale situaties tot elkaar verhouden middels houding, gedrag, blikken en kleding.
Opdracht 6
Joke Robaard
De jas
Joke Robaard onderzoekt met behulp van fotografie hoe mensen bij elkaar komen en zich organiseren. Haar projecten maken onderlinge verbindingen en samenhang inzichtelijk. Voor Kijken naar Haarlem Oost wordt de jas het Leitmotiv. Het gebied dat zij onder de loep neemt, bevat vijf wijken. Op kruispunten tussen die wijken legt zij met de camera de onnadrukkelijke choreografie van de ontmoetingen tussen bewoners van Haarlem Oost vast.
De jas is de draagbare behuizing van mensen. Robaard wil geen uitspraken doen over de status van de jas of over mode maar zij is ervan overtuigd dat aan elke jas een verhaal hangt en dat, als je maar aan het juiste draadje tornt, dat verhaal zich vanzelf ontrolt.
Daartoe nodigt zij de mensen die zij heeft gefotografeerd uit voor een dag in het buurthuis om over hun jassen te komen vertellen. Door naar elkaars verhalen te luisteren, komt ook het idee over 'de ander' op losse schroeven te staan. Stereotypen worden daarmee ontkracht. De jas is dan vooral de aanleiding om met elkaar aan de praat te komen. De nadruk bij Robaards project ligt op de semiologie van de kleding –in de zin van Roland Barthes- en niet op mode, waarbij degene die het draagt eigenlijk inwisselbaar is. Juist die andere manier om over kleding te praten, fascineert Robaard.
Om de eigenaren van de jassen iets terug te geven wordt er vervolgens een avond in het buurthuis georganiseerd waar de jassen door deskundigen van een historische context worden voorzien. Hier wordt gebruik gemaakt van foto’s van de jassen zelf.
De jassen, die doorgaans voor een snelle (stereotype) identificatie zorgen, zijn aldus verrijkt met persoonlijke verhalen en een historische context en hebben tot nieuwe ontmoetingen en verbanden geleid. Op basis van de gegevens van de jassen worden kaarten van de wijken gemaakt, verrijkt met deze sociale (kleding) geografie ofwel 'kledingstromen' - om met de filosoof Gilles Deleuze te spreken.
Om ter plekke iets achter te laten, wordt onderzocht of er t-shirts kunnen worden bedrukt met een jassenpatroon of dat er sporen van de jassen op muren in de wijk kunnen worden aangebracht, zodat ook in materieel opzicht iets van dit project beklijft. In ieder geval ontvangt iedere bewoner van Haarlem Oost een aan dit project van de jas gewijd katern in het plaatselijke weekblad.
Uiteraard concentreert dit project zich in de koudere seizoenen, in de herfst en de winter, als niemand zich zonder jas op straat begeeft.
Wies Sanders, Urban Unlimited
Wies Sanders
Over het project van Wies Sanders >
Urban Unlimited is het bureau voor netwerkgerichte stedebouw van Luuk Boelens en Wies Sanders.
Stedenbouwkundige Wies Sanders drukt ons met de neus op -en het liefst nog ín- de feiten: We verkeren voor een groot deel onder de zeespiegel. Zij stelde daarom een scenario voor met een grootscheeps evacuatieplan richting hogere gronden om vervolgens het ondergelopen Holland tot onderwaterpark te ontwikkelen.Ons werk hebben we in vier inhoudelijke thema's geclusterd. Flows handelt over mobiliteit en infrastructuur. Netwerkstad gaat over regionale planning, ontwikkelingsplanologie en nieuwe karteringsmethoden van netwerken. Stedelijke vernieuwing betreft het aanpassen van de bestaande fysieke stad aan nieuwe vragen uit markt en maatschappij. Tourbanisme gaat specifiek over de kansen voor leisure en toerisme daarin. Vrijplaatsen behandelt het gebruik van de stad door innovatieve en creatieve actoren, zonder planningsinstrumenten.
Links
Urban Unlimited
'Kust op de kaart'Opdracht 7
Wies Sanders
- Over Wies Sanders
- Over het project
- Opdracht 7: 'Stroomgebied'
- Wies Sanders micro-site
Chocolate Place, Coffee Flow
Wies Sanders vormt samen met Luuk Boelens het stedenboukundig adviesbureau Urban Unlimited in Rotterdam, dat zich richt op netwerkgerichte stedenbouw. Zo onderzochten zij bijvoorbeeld de invloed van de havenbaronnen op de stad Rotterdam. Vanuit de overtuiging dat ruimtelijke planning geen exclusieve overheidstaak is, legt Sanders netwerken bloot op kaarten die voorspellen hoe de toekomst van een gebied eruit zou kunnen gaan zien. Zowel op regionale als op globale schaal zijn veranderingen in de ruimte eerder het gevolg van het handelen van andere partijen dan de overheid.
Een kaart kan bemiddelen tussen de ruimtelijke realiteit en verschillende partijen en hun activiteiten. Zo worden nieuwe mogelijkheden en verbanden zichtbaar.Chocolate Place, Coffee Flow heeft de vorm van een onderzoek. Daartoe neemt Sanders twee tot de verbeelding sprekende bedrijven en hun producten onder de loep, Droste Cacao en Simon Lévelt, koffie en thee. Beide bedrijven kennen een lange traditie van mondiale handel met lokale wortels.
De productiestromen worden uitgeplozen en mogelijke scenario’s voor de toekomst van de reeds gekoloniseerde plekken worden in kaart gebracht. Welke motieven voor vestiging kun je onderscheiden en wat is in die zin de waarde van een plek?
Belangrijke verschillen springen direct in het oog. Droste vertrok uit de Waarderpolder terwijl Simon Lévelt er zich onlangs vestigde. De nadruk bij het laatste bedrijf ligt evenwel bij de talrijke winkeltjes die verspreid door het land (en de stad) liggen en niet zozeer op de branderij en het bescheiden (hoofd)kantoor in de Waarderpolder. Verkoop heeft meer uitstraling dan productie en distributie. Het zogeheten branding en de beleving worden steeds belangrijker.Concreet zal haar project leiden tot een atlasje met kaarten, waarin ze de hele wereld aan de Waarderpolder koppelt. Van de koffieproductie rond de evenaar, middels de voor de Europese distributie belangrijke haven Antwerpen naar de Europese markt, met name richting Zweden, waar de meeste koffie gedronken wordt. Cacaoproductie vindt vooral plaats in Ivoorkust en Ghana terwijl Amsterdam de grootste cacaohaven ter wereld is, gevolgd door Philadelphia.
Vaak wordt er sentimenteel met industrieel erfgoed omgesprongen (een chocoladefabriek als pretpark) of wordt er juist niets of te weinig mee gedaan. Zo stelt Sanders dat er in het geval van Droste Wonen nog veel meer zou kunnen gebeuren met het feit dat je in een oude chocoladefabriek zit.
Dit onderzoek laat zien hoe plaats- of stroomgebonden de bedrijven zijn en welke toekomstscenario’s er kunnen worden geschetst voor de plekken en de stroomgebieden van koffie en chocola. Geur en dan vooral stank kan daarbij ook een rol spelen.
Het idee is om zo laat mogelijk in de ruimte zelf te belanden.Esther Polak
Ester Polak
Over het project van Eshter Polak >
Esther Polak (Amsterdam 1962) is beeldend kunstenaar op het gebied van nieuwe media. Haar grootste bekendheid ontleent ze aan twee ‘locative media’ projecten: AmsterdamREALTIME en het MILKproject. Deze projecten maken gebruik van GPS om tot een hedendaagse landschapsverbeelding te komen.
Links
Opdracht 7
Esther Polak
- Over Esther Polak
- Over het project
- Opdracht 7: 'Stroomgebied'
- Esther Polak micro-site
Nomadic Shopping
Esther Polak houdt zich in het kader van Kijken naar Haarlem Oost net als Wies Sanders bezig met de mobiliteit in de Waarderpolder en waar Sanders zich op de grootst mogelijke schaal richt, zoomt Polak in op het locale rijdende zuivelbedrijf Van Opzeeland en zijn ronde door de polder. De melkboer verdient zijn geld met en in de polder en kent deze van haver tot gort.
Al dertig jaar rijdt de familie van Opzeeland door dit gebied. De vader heeft het bedrijf opgezet, de zoon heeft het inmiddels overgenomen. Eerst als melkboer pur sang, waarbij hij de boerderijen afging die toch graag yoghurt uit de fabriek wilden, nu als rijdende lunchroom met broodjes en zo meer. Het spoor van de wagen gaat Polak samen met Henk Jan Bouwmeester verbinden met You Tube en Google Earth. Zo ontstaat een symbiose tussen de zeer lokale en de mondiale schaal.
De familie van Opzeeland heeft het overdag te druk om uitgebreid te praten. Als zij ergens later arriveren dan voorzien, ontregelen zij de hele polder. Dan liggen de bedrijfsactiviteiten stil, want de werknemers wachten hen op bij de stoeprand voor hun lunch. Polak gaat dan ook niet alleen mee op de dagelijkse ronde, maar gaat ook 's nachts met de familie op stap waarbij ze bij alle haltes zullen stoppen om verhalen over de plek te horen.Esther Polak werkt veel met GPS (Global Positioning System) en mobiele telefonie. Die zet zij in om processen en routes te registreren. Per project wordt de benodigde software ontwikkeld om de betekenis van de sporen die zij volgt te presenteren. Zoals bij Polaks project 'Milk'. Eén van de vele bewegingen door het landschap is de export van zuivel, van de uier van de koe tot de mond van de consument. Iedereen die een schakel vormt in deze zuilvelketen droeg een dag lang een GPS-apparaat met zich mee en tekende zijn of haar spoor in het landschap. Hoe langzamer de verplaatsing, hoe dikker de stroom; hoe sneller, hoe dunner de lijn. Voor het project 'Nomadic Milk' dat zich afspeelt in Nigeria, wordt een robot ontwikkeld die functioneert als een zandloper. Terwijl de robot de GPS sporen volgt, blijft er een hoeveelheid zand achter in de vorm van een kleurige tekening. Door het zand te mengen met zaden van bladgroente uit Nigeria wordt dit spoor oogstbaar.
De zuivelwagen in de Waarderpolder is overigens voor buitenstaanders niet als zodanig herkenbaar. Door de reclame op de bus denk je met een mobiel accountantskantoor te maken te hebben, terwijl hier toch echt broodjes en melk(!) te koop zijn.
Silvie Zijlmans
Sylvie Zijlmans
Over het project van Sylvie Zijlmans >
Sylvie Zijlmans is beeldend kunstenaar. Zij had onlangs een solo in museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam (The Uninvited, 2006). Haar werk bestaat uit installaties, tekeningen en fotografie. Het werk verwijst op een subtiele manier naar de actualiteit, met name grote gebeurtenissen die de levens van velen overhoop gooien. Ze laat ons onverwachte beelden zien, die door de manier waarop ze dreiging en destructie een beeld geven van een sprookjesachtige betekenis zijn. Daarnaast maakt zij, samen met Hewald Jongenelis werk in de openbare ruimte.
Links
The Uninvited
Sylvie Zijlmans & Hewald Jongenelis
Revalidatiecentrum Breda
Het Torentje
Opdracht 8
Sylvie Zijlmans
Scènes uit een bedrijf
In de Waarderpolder wordt een billboard geplaatst. Omdat in de vele blokkendozen die het bedrijventerrein rijk is, vaak niet te zien is wat er zich van binnen afspeelt, laat Zijlmans met buitenproportionele foto's op het billboard een glimp zien van die binnenwerelden. Zonder overigens alles prijs te geven. Haar foto's zijn bekend om hun raadselachtige kwaliteiten. Ze fascineren eerder dan dat ze verhelderen. Op het eerste gezicht, tenminste.
Het worden foto's in de zin van filmsets. Passanten voelen een vage bekendheid met de plek of de personen of zien gewoon een foto. Voor iedereen zal dat verschillen. Feit is dat je bij binnenkomst en vertrek uit de Waarderpolder geconfronteerd wordt met de pregnante beelden, waarbij het entreebeeld zich verhoudt tot het vertrekbeeld.Het personeel vormt de cast voor de mise-en-scènes. De medewerkers van de bedrijven spelen een belangrijke rol op deze foto's, van de koffiejuffrouw tot de directeur. Zijlmans zal hiervoor enkele bedrijven selecteren. De foto's zullen om de paar maanden verwisseld worden. Zo blijft het verrassingselement ook voor vaste bezoekers van de polder gewaarborgd.
Marjolijn Boterenbrood
Marjolijn Boterenbrood
Intensief onderzoek naar specifieke locaties is de basis van haar werk. Ze vertaalt indrukken van een plek in gedroomde en -ten dele- bedachte 'kaarten', foto's, ruimtelijk werk maar ook in manifestaties. In dat laatste geval gaat het om grootschalige kunstprojecten. Op initiatief en naar ideeën van Boterenbrood bestuderen steeds wisselende groepen kunstenaars en onderzoekers een gebied. Dit soort projecten fungeert als scharnierpunt in haar activiteiten als beeldend kunstenaar en organisator.
Een voorbeeld is het Storkterrein in Amsterdam. Boterenbrood initieërde daar een kunstproject in 2002, gefascineerd door de geschiedenis en de mogelijke toekomst van degelijke industiële terreinen. Met een groep kunstenaars en onderzoekers werd dit industriegebied in kaart gebracht. De resultaten zijn ter plekke door acteurs getoond aan publiek en opgenomen in het boek '11 ha'.
Marjolijn Boterenbrood
Kijken naar Haarlem Oost
Marjolijn Boterenbrood is de initiatiefnemer van het project Kijken naar Haarlem Oost. Zij heeft het gebied 'in kaart' gebracht.
Videos
Tijdens de tussentijdse presentatie van het werk van de kunstenaars op 7 juni 2007 is er van alle aanwezige kunstenaars een kort filmpje gemaakt, waarin zij over hun werk voor Kijken naar Haarlem Oost vertellen. Klik hierboven op de -tekentjes om deze filmpjes te zien.
Website
Op deze website zal het werk (en de voortgang van het werk) van de kunstenaars en onderzoekers te zien en te volgen zijn. Alle kunstenaars zijn uitgenodigd om zelf -of in samenwerking met Henk Jan Bouwmeester (het Gelaat)- een online (re-)presentatie van hun werk te maken.
Als u hierboven op de -tekentjes klikt, opent zich een nieuwe pagina waar het werk te zien is.